Ruim een eeuw na Ford’s innovatie blijft de autosector een iconische industrie. Vandaag de dag komen enkele reuzen vaker in een slecht daglicht in het nieuws. Overheidsinterventie na de crisis van 2008, het schandaal bij Volkswagen, etc.. Er zijn nochthans kapers op de kust. Verschillende gigantische bedrijven verkondigen in het openbaar de markt grondig te willen verstoren. Kunnen de traditionele spelers de Google en Apples van deze tijd tegenhouden?
Samenvatting van de grootste spelers
(Tabel opgesteld met slotkoersen 21/09/15 – dividendrendement berekend over betalingen in 2014 met aandelenprijs op laatste dividenduitkering van 2014. Pay-out ratio berekent met EPS (earnings per share). Gebruikte data afkomstig van Google Finance.)
Bij het vergelijken van de verschillende waarderingsmethodes, zien we dat geen enkel bedrijf top kan zijn op elk niveau. Daimler haalt een mooi dividendrendement, maar dient hiervoor een relatief groot deel van de nettowinst te verdelen. Het bedrijf geeft zelf aan te streven naar een uitbetaling van 40% van de winst. Volkswagen oogt op basis van P/E goedkoop, zeker na de recente koersval. Vandaag staat deze indicator op 5,5. De Divididend Yield/Pay-out Ratio is een indicator die de verhouding tussen beide aangeeft. Een hogere waarde is eerder positief, aangezien er ofwel een kleiner deel van de winst (lagere pay-out ratio) nodig is om het dividend uit te betalen, of omdat het dividendrendement op zich hoger is. Een echte topper is moeilijk te vinden. Als belegger dient men een goede afweging te maken over welke indicatoren hij belangrijk vindt. De meeste van deze indicatoren worden echter gebruikt om bedrijven binnen een sector te vergelijken, maar is de sector zelf wel nog robuust?
Ontwrichtende technologieën
Constante technologische vooruitgang drijft de druk op voor traditionele automakers. De belangrijkste zijn de elektrische wagen, de zelfrijdende wagen, de hyperloop en het mogelijk gebruik van drones voor kleine boodschappen.
Hieronder vind je alvast een interview met Hyperloop CEO Dirk Ahlborn. Deze legt uit waarom hij denkt dat de Hyperloop steeds meer een realiteit wordt. Deze technologie kan de manier van transport uiteraard sterk veranderen. Kijk vooral naar het filmpje voor meer informatie.
Nieuwe concurrenten in de auto industrie
Uiteraard werken alle grote autoproducenten aan vernieuwende projecten. Zo goed als elke grote fabrikant heeft al enkele elektrische of hybride wagens op de weg rijden. Toch is het mogelijk dat deze innovaties niet snel genoeg gaan, zeker omdat anderen klaar staan om het stuur over te nemen. Enkele spraakmakende projecten worden op een rijtje gezet.
Apple: Project Titan
Apple heeft onlangs de ambitie nogmaals duidelijk gemaakt om in 2019 met een zelfrijdende wagen te komen. Begin 2015 waren er geruchten dat het prototype zich zou baseren op de BMW i3, maar deze waren ontkend door BMW. Nochtans bezocht Tim Cook eerder dit jaar een fabriek waar dit type gemaakt wordt. The Guardian pakte vervolgens uit met bewijzen dat Apple reeds gesproken heeft met GoMomentum, het grootste veilige testtraject voor wagens.
Google: Self-Driving Car
Google begon reeds 10 jaar geleden aan de missie om een zelfrijdende wagen te produceren. Vandaag de dag heeft het prototype al 1 miljoen mijl afgelegd zonder zelf ongelukken te veroorzaken. De weinige botsingen (een twaalf-tal) waren te wijten aan de andere bestuurder. Google heeft het grote voordeel al veel data verzameld te hebben door hun Google Street View project. Het bedrijf heeft contact gemaakt met grote producenten zoals GM, Ford, Toyota, Daimler en Volkswagen. Het prototype ziet er voorlopig zo uit:
Uber
Ook taxidienst Uber is begonnen met een zelfrijdende auto te ontwerpen. In Amerika werd reeds een Ford wagen gesignaleerd met test-software.
Uber CEO Travis Kalanick heeft gezegd dat hij een half miljoen zelfrijdende auto’s zo opkopen van Tesla, als deze in 2020 aangeboden zouden worden. De echte bedoelingen van Uber zijn niet meteen duidelijk. Op eigen houtje een zelfrijdende wagen maken lijkt te hoog gegrepen, maar toch zetten ze in op eigen technologie. Mogelijks probeert het bedrijf zichzelf aantrekkelijk te maken voor het geval er een nieuwe consolidatiegolf zal volgen.
Tesla
Na het succes van de Tesla Roadster, lijkt het Model S het nog beter te gaan doen. Het model scoorde onlangs 100 op 100 in een review van Consumer Reports. Binnenkort zal een SUV model, de Model X, naar klanten verzonden worden. De volgende stap is het produceren van het Model 3, een betaalbare sedan waarmee Elon Musk de wereld wil overtuigen dat iedereen elektrisch kan rijden. De CEO vertelde onlangs dat er wellicht in 2020 zelfrijdende auto’s zullen zijn, terwijl Tesla zelf werkt aan een ‘autopilot-versie’.
Zit er een nieuwe consolidatie-golf aan te komen?
Historisch gezien lijkt het logisch dat enkele grote bedrijven de boot zullen missen. Sommigen zullen naar het faillissement neigen, of opgekocht worden door concurrenten. Aan welke zijde zou je het liefste staan?
Disruptors
Sommige technologiereuzen lijken ’too big to fail’. Apple en Google zijn ware giganten met beurswaardes van 660 en 430 miljard dollar. Wanneer de markt klappen krijgt, lijken deze eerder jagers dan prooi. Een tweede voordeel is een diverse stroom van inkomsten. Wanneer deze bedrijven kiezen om de automarkt te betreden, kunnen ze bij een prijsoorlog steeds terugvallen op andere stromen van liquiditeit. Een derde, minder duidelijk punt, is de werkethiek. De meeste werknemers van deze bedrijven zijn erg toekomst-georiënteerd, van management tot ingenieur. De passie voor vernieuwing zal hier relatief sterker aanwezig zijn dan bij de traditionele spelers.
De disruptors staan echter ook voor een aantal uitdagingen. Het betreden van een nieuwe markt zorgt er natuurlijk voor dat ze veel minder ervaren zijn dan de concurrentie, geen klein nadeel. Bovendien is een bedrijf als Apple gewoon om een winstmarge van 35% te realiseren, terwijl dit in de auto-industrie gemiddeld rond de 10% ligt. Er zullen heel wat inspanningen nodig zijn om een nieuw winstgevend businessmodel op poten te stellen.
Traditionele spelers
Het grote voordeel voor de traditionele spelers is naamsbekendheid. De bedrijven kunnen uitpakken met een lange verleden en hopen ervaring in de automarkt. Het Volkswagen-schandaal toont echter aan hoe kwetsbaar een reputatie kan zijn. Deze moet telkens opnieuw verdedigd worden. Hun lange aanwezigheid in de markt zorgt trouwens ook voor belangrijke zakenrelaties en een uitgebreid distributienetwerk. Een laatste duidelijk voordeel is politieke invloed. De auto-industrie zorgt voor veel banen in de meeste regio’s. Er wordt gezegd dat in Duitsland 1 op 7 banen afhangen van de auto-industrie. Bovendien hebben lokale en nationale overheden soms aandelen van een autoproducent in hun bezit, waardoor de politieke invloed nog sterker toeneemt. De grote producenten zijn echter eerder rigide. Omdat ze al zo lang bestaan, zijn er vaak heel veel stakeholders om in rekening te brengen. De grote vernieuwing, of een snelle omslag, wordt moeilijker verkocht.
Verandering in de vraag
Wanneer een stevige innovatie de automarkt door elkaar zou schudden (bijvoorbeeld een zelfrijdende auto in 2020), kunnen sommige producenten in de problemen komen. Dit hoeft echter niet het geval te zijn als de volledige taart blijft groeien. Hiermee wordt uiteraard de wereldbevolking bedoelt, en in het bijzonder de groeiende middenklasse die zich een auto kan veroorloven. McKinsey stelt de toenemende vraag voor, mooi verdeeld over regio’s. De sterke groei in Azië toont dat een groeiende middenklasse opteert voor een eigen wagen. Het wordt extra interessant als we rekening houden met het feit dat de infrastructuur in deze opkomende economieën wellicht nog niet voldoende ontwikkeld is om elektrische of zelfrijdende wagens te introduceren. Bovendien kan de hoge prijs van dergelijke wagens een extra barrière zijn. Traditionele producenten kunnen deze markten dus verder ontginnen, indien ze marktaandeel zouden verliezen in de ontwikkelde economieën.
Samenvatting
Als de technologische vooruitgang bepaalde van deze projecten werkelijk mogelijk maakt, is het mogelijk dat de traditionele producenten in de problemen komen. Zullen deze op tijd de ommekeer kunnen maken naar meer geavanceerde en milieuvriendelijke wagens? Velen trachten uiteraard om mee te zijn en werken volop aan nieuwe projecten. Soms ontbreekt het hen echter aan data of know-how om snel genoeg met deze omwenteling om te gaan. Bovendien zijn ontwikkelingen als de Hyperloop een uitdaging voor de gehele sector. Als er een methode voor handen is om 3 maal zo snel te reizen, zal de consument zijn gedrag dan niet aanpassen?
Wat denkt u zelf? Zal de elektrische of zelfrijdende wagen leiden tot een nieuwe golf van fusies en overnames, of kunnen de traditionele spelers hun marktaandeel behouden door nieuwe regio’s te ontginnen of door volop in te zetten op nieuwe technologieën?
Auteur: Bieraait