Spaarders worden hard getroffen in de portemonnee. Het Europese beleid zorgt ervoor dat banken steeds minder rente uitkeren. Onlangs was in het nieuws dat er geen enkele bank meer is die meer dan 1% rente uitkeert. Steeds meer mensen gaan daarom beleggen: beleggen in plaats van sparen. Hoe pakt u dat aan en waar liggen de pijnpunten?
Nederlanders en beleggen
60 procent van de Nederlanders heeft hun eigen vermogen op een spaarrekening staan. Iets meer dan 20 procent heeft vrijwel geen spaargeld of heeft schulden en iets minder dan 20 procent belegt.
Europese Centrale Bank
De ECB (Europese Centrale Bank) drukt alle commerciële rentetarieven naar beneden. Ook de Belastingdienst heft belastingen boven een vermogen van 24.437 euro. Heeft u een fiscaal partner dan geldt een dubbele heffingsvrije grens van 48.874 euro. Als u niet uitkijkt kost het hebben van spaargeld dus geld. Daarom gaan steeds meer mensen beleggen in plaats van sparen.
1. Vermogen laten groeien? Vermijd de spaarrekening
Veel Nederlanders vermijden beleggen, omdat het natuurlijk wel risico’s met zich mee brengt. Een enkele keer is het ook nog iemand van de oude stempel. Zij hebben hun ouders vermogen zien opbouwen door ‘gewoon’ te sparen. Destijds was de inflatie dan ook zo laag en bovendien stond de rente op bijna 10 procent per jaar.
Helaas is dat niet meer zo. Spaarrentes hebben namelijk een dieptepunt bereikt van minder dan één procent. In Duitsland ziet men de rente nog sterker dalen dan in Nederland. In sommige gevallen is het daar al gedaald tot 0,2 procent.
2. Stel een doel vast
Voordat u daadwerkelijk de stap maakt om te gaan beleggen is het verstandig om eerst een doel vast te stellen. Wat is het doel van uw beleggingen? Zijn het pensioeninkomsten voor later of wilt u uw vermogen laten groeien? Is uw pensioen al veiliggesteld en kunt u het daadwerkelijk missen als het fout gaat?
3. Zet een vast bedrag opzij
De meeste Nederlanders zetten een vast bedrag opzij om te sparen. U kunt dit geld voor de verandering gebruiken om mee te gaan beleggen. Risico’s zijn er (helaas) altijd.
4. Begin met instappen
Als u het bedrag opzij legt waarmee u kunt instappen moet u dat vooral ook doen. Men vraagt zichzelf vaak af: ‘Kan ik niet beter even afwachten?’. U kunt niets met zekerheid zeggen en daarom hoeft u ook niet te wachten.
De risicopremie staat momenteel op ongeveer vier procentpunt. Dat is voor Europese aandelen relatief goedkoop, dus dit is een goed moment om in te stappen. Hoe groter het verschil overigens, hoe aantrekkelijker het is.
5. Spreid uw risico
Garantie tot succes is er helaas niet, maar u kunt wel risico’s spreiden. Met voldoende spreiding zorgt u ervoor dat uw beleggingsportefeuille geen fiasco wordt. Hoeveel risico u precies wilt lopen hangt af van uw persoonlijke bereidheid. Een succesvolle ondernemer, die het kan missen, zal sneller geneigd zijn om te beleggen dan een zzp’er zonder pensioenvoorziening.
6. Beleg alleen geld dat u kunt missen
U dient zich altijd af te vragen of u het geld echt kunt missen. Garantie op succes is er niet en daarom loopt u het risico het geld (deels) kwijt te raken. Beleg daarom nooit geld dat u opzij had gelegd voor een belangrijke aankoop.